Waterschapswet
Artikel 48
1
De voorzitter vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op de goede vervulling van zijn ambt of op handhaving van zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.
2
De voorzitter meldt zijn voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie, anders dan uit hoofde van zijn voorzitterschap, aan het algemeen bestuur.
3
De voorzitter maakt openbaar welke andere functies hij anders dan uit hoofde van zijn ambt vervult. Artikel 32, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.